Kinderen die vragen…

Een paar weken geleden namen we jullie al mee in de wonderlijke wereld van lesgeven. Tijdens onze trainingsavond van 29 november hebben we met Jan Willem Baars nagedacht over belangrijke thema’s in het leven van elke docent: orde houden en goede feedback geven. Jan Willem is zelf docent Wiskunde in het voortgezet onderwijs, en coacht nu al bijna tien jaar lang andere docenten aan de hand van videomateriaal. Ben je benieuwd naar zijn verhaal? Het eerste deel vind je hier.

Nellie den Boer
Planner Klaswijs

Goede vragen stellen kan soms best ingewikkeld zijn! Want wanneer stimuleer je een kind tot nadenken, en wanneer gaat dat over in overvragen? ‘Goed zo’ is een te vaag antwoord, maar hoe geef je dan goede feedback?

Vragen stellen

Prof. John Hattie stelt dat de leerprestaties van leerlingen met meetbare sprongen vooruit gaan als de juiste vragen worden gesteld. Dat komt doordat je voorkennis over een onderwerp activeert, en de leerling stimuleert tot nadenken. Als je een vraag stelt is het haast onmogelijk om dat te negeren. Of een leerling nou wil of niet, hij denkt er hoe dan ook over na.

Een goede vraag

Een goede vraag laat zich kenmerken door drie eigenschappen: Ze zijn kort, precies en direct. Een goede vraag voorkomt antwoorden die niet te maken hebben met het antwoord waar je naar op zoek was.

Daarnaast moet je een belangrijke vraag eerst introduceren. Dit kan je doen door zinnen als: “Zometeen ga ik je vragen om…” Zo’n introducerende zin legt gelijk extra gewicht in de schaal. Je zult merken dat leerlingen hun oren spitsen en wat rechter op gaan zitten: Nu komt er iets belangrijks!

Ten derde is het goed om te onthouden dat je leerlingen niet teveel vragen tegelijkertijd kunnen verwerken. Als je meerdere vragen tegelijk stelt, dan is de kans groot dat je alleen antwoord krijgt op de laatste vraag.

Soorten vragen

De vragen die je aan je leerlingen kunt stellen kun je onderscheiden in drie categorieën. 

  1. Gesloten vragen: vragen naar feitjes. Bijvoorbeeld: ‘Wat ben je aan het doen?’ of ‘Wat is de hoofdstad van Duitsland?’
  2. Open vragen: vragen over de redenering van een antwoord. Bijvoorbeeld: ‘Waarom zou Athene de hoofdstad van Griekenland zijn geworden?’
  3. Open reflecterende vragen: vragen waarbij zelfreflectie en zelfregulatie belangrijk zijn. Ook komen vragen over persoonlijke kwaliteiten in deze categorie aan de orde. Bijvoorbeeld: ‘Als je merkt dat je het niet meer snapt, wat doe je dan?’

Door te spelen met deze categorieën vragen kun je rustig ontdekken wat het niveau van de individuele leerling is. Ook kun je hem of haar op het eigen tempo uitdagen om dieper na te denken, en zo dus meer kennis op te doen.

Gerelateerde blogs

Een nieuwe collega; Neline!

Een nieuwe collega; Neline!

Maak kennis met onze nieuwe collega Neline! Op 1 september is Neline Nederlof gestart als medewerker bij Klaswijs! Neline zal het nieuwe aanspreekpunt worden van Klaswijs en zich met name inzetten voor de vervangingen op korte termijn. In deze blog stelt Neline zich...

Lees meer